Candle Care

1. Trimmen van het lont.

Het is belangrijk dat het lont op de juiste maat is voordat de kaars word aangestoken. Dit omdat anders de kaars erg warm word en zorgt dat de kaars 2 a 3 keer zo snel opbrand. Dit ligt er natuurlijk aan hoevaak jij je lont trimt. 

2. Brand je kaars niet langer 4 uur.

Dat de kaars sneller oververhit raakt heeft alles te maken met de koolzaadwas die wij gebruiken. Koolzaad was smelt namelijk rond 46 graden celcius. Wanneer de kaars volledig gesmolten is is er kans dat het lont zich gaat bewegen door het potje. Hierdoor kan wanneer de kaars weer hard word het lont niet op de goede plek belanden en de kaar niet goed meer branden. 

3.  Laat het eerste laagje van je kaars volledig smelten.

Als je wilt dat je kaars even brand is het belangrijk dat je het bovenste laagje zover mogelijk laat smelten. Dit voorkomt "tunneling" en zorgt ervoor dat je kaars geleidelijk opbrandt. Tunneling betekent dat wanneer je dit niet doet je een krater in het midden van je kaars krijgt waar hij heeft gebrand. Soms door omstandigheden moet je de kaars toch eerder uitblazen en onstaat er "tunneling. Dit is hoe je het oplost: maak je kaars een zilverfolie hoedje. Wanneer je dit doet moet je goed opletten dat de kaars niet te warm word en blijf hem goed in de gaten houden.

4. Let op je kaars als hij brand.

Wanneer je voor het eerst je kaars brand is het belangrijk om de kaars om de 30 minuten een keer 180 graden te draaien. Dit is belangrijk omdat een handgemaakte kaars nooit 100% glad aan de bovenkant is. Zo zorg je ervoor dat de bovenkant van kaars volledig zacht kan worden. 
 

5. Zet je kaars niet op de tocht.

Als je je kaars op de tocht hebt staan beweeft het vlammetje wilt om zich heen en het zorgt ervoor dat er van het lont rook afkomt. Wanneer het vlammetje om zich heen slaat zorgt dit er ook voor dat de kaars minder goed brand en zorgt er ook voor dat je kaars minder lang brand.

6. Het uitdoen van je kaars.

Wanneer je de kaars wilt uitdoen is het belangrijk dat je het lont in zijn eigen was duwt. Dit zorgt ervoor dat er geen rook van de kaars af komt en het zorgt ervoor dat het lont opnieuw gewaxed wordt. Als het lont opnieuw gewaxed wordt zorgt dit automatisch ook weer voor een langere brandtijd.

7. Hoe kan je het beste je kaars bewaren. 

Bewaar je kaars op een koele, donkere en droge plek. Tip: geurkaarsen zijn erg lekker om onder een glazen stolp te bewaren! Wanneer je de stolp open doet ruik je de heerlijke geur van de geurkaars en hij blijft ook nog eens stof vrij.

VEILIGHEIDINSTRUCTIES

 

• Laat een kaars nooit onbeheerd achter.
• Plaats je kaars op een hittebestendige ondergrond (dus niet op hout) en zorg dat de kaars hier recht en stabiel op staat.
• Brand de kaars niet langer dan 3 of 4 uur achter elkaar.
• Houd kaarsen buiten bereik van kinderen en huisdieren.
• Zorg ervoor dat er geen brandbare objecten in de buurt van je brandende kaarsen staan.
• Als je meerdere kaarsen tegelijk wilt branden, zorg dan dat er minimaal 15 cm afstand tussen zit.
• Doof altijd je kaars als deze rookt, de lont te lang is of de vlam te hoog.
• Plaats geen kaarsen in de buurt van een warmtebron zoals zonlicht, verwarming of een open haard.